vrijdag, november 20, 2009

TO STAY FOR A WHILE




tekst Ton Boelhouwer opening 15 november 2009

Geachte aanwezigen,

toen in de zomer van 2007 Joke en Jacob mij vroegen of ik als gastcurator hier in Kunstruimte 09 een tentoonstelling wilde maken had ik vrijwel meteen twee reacties. De eerste was schrik: wat moet ik nu als kunstenaar met zo'n vraag. Maar onmiddelijk daarop werd die reactie verdrongen door een heel andere gedachte: dit is een kans om Alien Oosting en Tim Rutten te laten exposeren in kunstruimte 09. En een half jaar later toen ik hem leerde kennen dacht ik: én Roel Pansters.
Daarna heb ik mij intensief zitten afvragen waarom ik nu juist hén hier voor wilde vragen. Uiteindelijk kon ik maar éen antwoord verzinnen: hoopvol. Deze drie kunstenaars doen iets dat ik hoopvol vind. Maar wat houdt dat 'hoopvolle' dan in?
Het houdt geen bestorming in van de kunstmarkt, hoewel ik hoop dat ze iets met hun werk verdienen zodat dat werk dóor kan gaan. En hoewel hier sprake is van drie grote talenten wil ik het hier ook niet over talent hebben want dat begrip is mij te algemeen.
Wat ik met 'hoopvol' bedoel is dat ieder van deze drie kunstenaars op zijn of haar eigen wijze een autonoom handelen 'om niets en voor niets' vooropstelt. Daarmee laten zij zowel een formele kunstbeoefening achter zich als wat voor gepraat over 'betekenis' dan ook. Ik koppel aan dat handelen 'om niets en voor niets' geen enkele theorie, geen filosofie of welk belang of doel dan ook. Het gebeurt. Maar vervolgens werpt het de vraag op wat er nu eigenlijk gebeurd en zelfs of er wel iets gebeurd. Ik durf te stellen dat dit voldoende is en waarschijnlijk het enige dat gedaan kan worden. Straks kom ik hier op terug.
Ik wil het hier daarom niet over de 'betekenis' van hun werk hebben. Iedere 'betekenis' die te voorbarig op dit werk wordt los gelaten duwt het werk van deze drie kunstenaars in een talige, intellectuele constructie die het werk niet is. Het handelen van deze drie kunstenaars doet kijken. Men kan er bij verwijlen. Zeer nadrukkelijk wil ik hun werk open houden, vrij van iedere interpretatie. Het werk van Alien Oosting, Roel Pansters en Tim Rutten vraagt dit ook eigenlijk omdat het zowel de 'betekenis' als een formele kunstbeoefening buiten de deur houdt. Er gebeurt iets dat sterker is dan dit alles: het doet kijken. Los van 'betekenis' of 'interpretatie' creeërt het in mijn kijken schoonheid. Het is een schoonheid die niet het gevolg is van iets anders, iets búiten dat kijken, maar een schoonheid die het gevolg is van een kijken dat zich door dit werk bewust gemaakt wordt van zijn eigen waarneming.

Het werk van deze drie kunstenaars verhoudt zich moeizaam tot de hedendaagse beeldende kunst. Onder moeizaam versta ik niet iets negatiefs maar juist het tegenovergestelde: in hun werk dienen zich mogelijkheden aan die op een nieuwe horizon wijzen.
De algemene vooronderstelling heden ten dage is dat kunst betekenis moet hebben. Als ik mij afvraag waarom dat eigenlijk zo is kan ik niets anders concluderen dan dat het economisch denken en de economische politiek wellicht de meest algemeen-leidende principes zijn van de huidige samenleving. Alles en iedereen moet 'nut' hebben. Als iets geen 'nut' heeft, is het zinloos, moet het weg gedaan worden en zeker geen moeite of geld aan besteedt. De vraag naar de betekenis van een kunstwerk past binnen dit economisch nuttigheidsprincipe. Binnen deze vraag, of deze eis zelfs, is de betekenis van het kunstwerk vervolgens het aan- en uitknopje van de communicatie tussen beschouwer en kunstwerk of tussen beschouwer en kunstenaar. Deze communicatie moet de beschouwer iets leren; misschien zelfs opvoeden. Nooit mag die beschouwer met lege handen komen te staan, zich afvragen wat er nu eigenlijk gebeurd want dan dreigt de zinloosheid en dat kan niet. Ook het kunstwerk moet nuttig zijn. Ik chargeer om iets op enigzins grove wijze duidelijk te maken maar ik denk dat de kunst de afgelopen decennia 'maatschappelijk' is geworden; d.w.z. dat zij evenals iedere andere menselijke activiteit gericht is op de instandhouding en vervolmaking van de economisch-maatschappelijke huishouding. Binnen deze huishouding bestaat slechts éen waarde en dat is de nuttigheidswaarde van een activiteit. En het nut van een kunstwerk is zijn betekenis.

Het werk van Alien, Roel en Tim negeert deze maatschappelijke eis van betekenis en tast, studeert en onderzoekt wat een handeling nu eigenlijk inhoudt. Wat gebeurt er als er de hele dag alleen gekeken wordt? Wat gebeurt er als je een pak aantrekt met lichtafstotende ledjes dat de camera niet ziet zodat er wit licht aanwezig is. Wat gebeurt er als je een kastje spiegelt in de volgende ruimte daar tegenover. Waar verhoudt zo'n handeling zich toe; wat gebeurt er dan eigenlijk. Het is bij alle drie deze kunstenaars een autonoom handelen dat niets oplevert; het dient geen enkel ander doel dan deze poging alleen en heeft daardoor ook niets te maken met de lineaire opeenvolging van oorzaak en gevolg. Het breekt de tijd open; heeft geen tijd en geen ontknoping. To stay for a while.
De vraag dient zich aan wat hier nu 'hoopvol' is, zoals ik eerder zei.
Ik denk dat dit autonoom handelen nu juist de kern uitmaakt van de poging mens te zijn. Juist in het zoeken waar dit handelen zich nu toe verhoudt ontstaat een vraag, een opengehouden gat, dat overeenkomt met deze vreemde opening in het menselijk bewust-zijn: het onomkeerbare feit dat mijn bewust-zijn er ooit niet was zoals het er ook ooit niet meer zal zijn. Dit menselijk bewust-zijn zit ingeklemd tussen er-nog-niet-zijn en er-niet-meer-zijn en kan niet anders dan de vraag van zijn bestaan ervaren. Dat is de inzet van het bewust-zijn. Iedere keer weer en op het scherpst van de snede kan de kunstenaar deze inzet niet anders dan beamen. Dat is het enige.
Maar dit enige is wel de grootste poging die een bewust-zijn kan nemen. En daarom vind ik deze drie kunstenaars hoopvol. Zij ondernemen iets dat de mogelijkheid geeft om ons te verhouden tot deze opening, tot de kern van ons bewust-zijn. Dit is een poging die geen enkele zekerheid biedt. Het kan mislukken zoals Icarus die te dicht bij de zon kwam of het kan, bijna ondanks de maker, iets laten gebeuren.

Alles goed en wel vraagt u zich misschien af, maar levert het ook goede kunst op? Ja, soms schittert er iets. Maar ik wil daar meteen bij opmerken dat goede kunst of schoonheid naar mijn mening geen doel op zich kan zijn. Schoonheid is denk ik het eventuele gevolg van een gerichtheid op iets anders. Het laat zich niet pakken maar breekt plotseling en onverwachts door. Ik heb het een aantal malen zien gebeuren in het werk van deze kunstenaars en ik nodig u uit om dit ook in uw oog te laten gebeuren.

(ik dank de kunstenaars voor hun enorme inzet en Joke en Jacob voor hun geweldige generositeit)
Ik dank u voor uw aandacht.


Ton Boelhouwer.

Opening TO STAY FOR A WHILE





TO STAY FOR A WHILE 15 november t/m 19 december 2009

dinsdag, oktober 20, 2009

CHROMODOMO K09

Light - colour - space

Almost everyone nowadays makes photos and films about the most diverse matters. Sites like YouTube show all kinds of recordings of a whole range of phenomena. Nature recordings represent one category in particular that frequently offers splendid glimpses of beauty, extending from films of the ‘Northern Lights’ to the colours of the deep sea and the plumage of birds. A feast of colour and light.
The other side of the coin is what is called ‘light pollution’. Within a very short time, the Earth has been inundated, as it were, by light and colour. From the invention of the light bulb to neon advertisements, TV sets, street lighting, and all styles of multimedia: there has been almost no moment of escape. Recordings of the Earth from a certain distance demonstrate this clearly: one huge indulgence of light and colour.

What effect does this permanent fairground of colour and light, this excess, have on people? On their perception, their powers of distinction, their concentration, for example. In this context, how do artists relate to this development?
A short time ago, we saw an exhibition with young artists. To our surprise, almost every possible colour was absent from the exhibition. And the representative means also displayed a refreshing simplicity. There were slide shows instead of films, overhead projectors, empty rooms with sound. As far as we know, the exhibitors had not been chosen on the basis of their reticence.

For this Chromodomo exhibition, K09 sought out the various ways that artists deal with colour and/or light in their work. The selection consists of a number of artists who have incorporated new media into their work and a group of artists who make use of more traditional resources.
Each of these categories also includes other artists who, on the one hand, explore the possibilities of the visual resources to the limits, and, on the other, artists who precisely reduce these resources to a minimum.

A number of artists were given a specific assignment, referring to concepts such as ‘much’ or ‘little’ and ‘large’ and ‘small’. Thus, there is mention of a dialogue, guided by K09, between the work of various artists. In all cases, each artist was asked to create a work especially for a particular space.

It is not our task to provide such information in advance. The intention of this exhibition is to present an experience of the work in the space in question, and differences in experiencing diverse spaces.


K09: Jacob van der Veen / Joke Vos